Het ziet er beklemmend uit en zo voelt het ook. Op de vloer staat een kubus, ingericht als woonkamer. Planten, een stoel, een theepot, twee kopjes. In de kamer leven een man en een vrouw. Niet samen, naast elkaar. Ze zwijgen voortdurend. Sporadisch is er een vraag. 'Hoe gaat het?' 'Best', luidt het afgemeten antwoord. Dan zwijgen ze weer. Langzaam staat de vrouw op en ontsnapt uit de benauwende situatie, via het plafond. Daar hangt een touw waarin ze omhoogklautert. Wat een mooie vondst.
Dat originele begin belooft veel prachtigs, maar die belofte wordt niet helemaal ingelost. Verwacht geen virtuoze circustrucs, wel een mooie, absurdistische, dramatische sfeer.
Diagonale du Vide met het duo Amanda Homa en Idriss Roca speelde de ingetogen, donkere en theatrale voorstelling C'est L'hiver, le ciel est blue (Het is winter, de hemel is blauw) op circusfestival Circolo. De twee zetten vanaf de eerste tel een vreugdeloze, uitzichtloze stemming neer die naar de strot grijpt. Niet dat er geweld of narigheid is onderling, er gebeurt vooral helemaal niets tussen de twee. Ontsnappen lijkt de enige mogelijkheid om een beetje lucht te krijgen en dat doen de twee dan ook, om de beurt. Via de papieren wanden en plafond van de kamer.
Kluwen touw
De vrouw klimt via het plafond in een touw en toont zich als een acrobate, waarbij ze even dreigt te vallen. Dat is geregisseerd. Een ander moment verlaat ze de kamer opnieuw en klimt een in kluwen touw met grote lussen. Ze klautert, valt en draait. Het is een gigantische worsteling in een onontwarbare kluwen waarin ze verstrikt raakt. Het lijkt een afspiegeling van haar moeizame, persoonlijke leven. Ze voelt zich gevangen, hoe kom ze hier uit?
Het programma met circuselementen zit vol symboliek. Als de vrouw in de touwen hangt, drinkt de man thuis een kopje thee en kijkt hij onverstoorbaar voor zich uit. En als ze weer thuis is: 'Hoe gaat het?' 'Het gaat best.'
Veel en veel te druk
De man ontsnapt ook. Langzaam, de vrouw mag het niet zien, glijdt hij via de papieren achterwand van de kamer naar buiten en wandelt over de vloer. Vanuit de hoogte valt een kegel naar beneden, en nog een, zelfs een heleboel. Hij raapt enkele kegels op, jongleert er een beetje mee, maar het oogt niet erg geïnspireerd. De ene kegel na de andere klettert op de grond.
Idriss Roca heeft als jongleur best veel in zijn mars, even is dat te zien, maar het personage dat hij speelt, trekt het niet. De man kan het niet meer overzien, moet in het dagelijks leven te veel ballen in de lucht houden en gaat daaraan ten onder. Hij slaapt slecht, heeft het veel te zwaar. Zijn verwachtingen van het leven komen niet uit en hij laat tenslotte letterlijk alles uit zijn handen vallen.
Silhouetten op de wand
Voor wie op de tribune zit en verwacht dat met tientallen kegels op een podium de een na de andere virtuoze jongleer-act zal volgen, komt de verwachting evenmin uit. Het wordt niet virtuoos, het lukt de man nu eenmaal niet. Hij kan niet meer, hij wil niet meer. Stilletjes gaat hij terug naar zijn huis en zijn partner.
Een bijzondere scène is het moment waarop de vrouw opnieuw de woning verlaat en begint te dansen. Dat doet ze in het halfduister, laag bij de vloer. Haar silhouet en dus ook haar soepele bewegingen worden op de binnenmuur van de kamer geprojecteerd. De man kijkt er gebiologeerd naar.
Circus, theater?
C'est L'hiver, le ciel est blue is geprogrammeerd op een festival voor hedendaags circus en heeft elementen van circus in zich, jonglerie en luchtacrobatiek, ook acrodance. Maar in dit geval worden circustrucs niet ingezet om virtuositeit te tonen, maar juist om de onmacht en de interne worsteling van de personages te accentueren.
Dat vraagt iets van het publiek, de verwachtingen moeten worden bijgesteld. Het is theater waarbij circustrucs zijn gebruikt om het verhaal nog beeldender te maken. Circus is een sterke metafoor voor de interne strijd van de personages.
Als je zo kijkt naar C'est L'hiver, le ciel est blue, dan is het verdraaid goed gedaan, al lukt het de spelers niet om de spanning tot het eind vast te houden. Daarvoor is de opbouw net te traag en zijn er te weinig verrassende wendingen.
Foto's: Jona Harnischmacher