Het hoeft niet met zachte hand, ook met harde hand ontdek je jezelf en de ander. In Ten Noorden van Nergens van De Dansers is voorzichtigheid ver te zoeken. En dat maakt het tot een voorstelling waar de energie van af spat. De première van het stuk is tijdens Oerol. Het is te zien in de duinen van Terschelling met op de achtergrond een glimp van de Waddenzee en vuurtoren de Brandaris als een imponerend, dominant decorstuk.
In een duinpan staan drie huisjes met golfplaten afdak. Dat is de habitat van de toetsenist, de gitarist en de drummer. Livemuziek ondersteunt de zoektocht van de vier dansers en diezelfde muzikanten laten hun instrumenten soms even voor wat ze zijn om mee te bewegen. Het stuk begint speels, het is een avontuur van jonge mensen die zich profileren, zich driftig willen onderscheiden en daarvoor confrontaties met de ander aangaan.
Agressief
Ze zetten elkaar op hun plaats, proberen de ander te beïnvloeden, te overheersen en dat gaat er gaandeweg alsmaar hardhandiger aan toe. De bewegingstaal is toenemend hard, agressief. Dansers slaan elkaar op de armen, in het gezicht. Ze grijpen elkaar naar de keel en duwen de ander daarna naar de grond. Maar het is ook een spel, er wordt gelachen, geprovoceerd.
Mocht er iets te leren zijn dan is het dat de diepe behoefte aan menselijk contact het ook deze keer weer wint van de onderlinge strijd. De verbondenheid leidt zelfs tot samenwerking, tot een collectief bewegend geheel.
In de energievretende voorstelling heeft elke danser een korte solo, zijn duetten, en rennen dansers door het mulle zand, heuvel op, heuvel af. Sommige bewegingen neigen naar acrobatiek en het zand blijk toch weer allerlei mogelijkheden te onthullen. Een danser kan schoppen in het zand. Een danser rolt achteloos van een heuvel naar beneden en het zand verandert gekleurde shirts, broeken en rokken van de dansers in grijze, met modder besmeurde kostuums. Hier is keihard werken en dat mag gezien worden. Het maakt de waardering ook groter
De Dansers
Gezien op: Oerol
Foto: Brooke DiDonato