De wereld wordt geregeerd door machines en de macht daarachter. Voor het individu, laat staan de eigenheid van een individu, is geen plaats en wie durft te spreken wordt bruut het zwijgen opgelegd. De sfeer in ‘La Chute des Anges’ (De val van de engelen) van Compagnie L’Oublié(e) is die van beangstigende dystopische romans als ‘Brave New World’ van Aldous Huxley, maar dan hoopvol verweven met slapstick, acrobatiek, dans, een filmische, suggestieve stemming, een imposant gebruik van techniek en een bijzonder spel van licht en vooral duisternis.
Compagnie L’Oublié(e) is ontstaan in 2012 en wordt geleid door de choreograaf Raphaëlle Boitel. Hij heeft zich omringd met ontwerpers. Het Franse gezelschap dat een diversiteit aan disciplines vermengt: circus, theater, dans, muziek, ook film, maakt internationaal naam door slim te werken met nieuwe, zelfontworpen machines die over en boven het podium van het theater bewegen.
Zwarte jassen
Humor en tragiek gaan hand in hand. Dat blijkt meteen bij de sterke openingsscène in ‘La Chute des Anges’. Drie personages met lange zwarte jassen hangen met haken, een soort kleerhangers, aan kabels en zweven wonderlijk door de ruimte. Ze proberen op te stijgen, maar gaan steeds terug naar de grond. Ze kunnen vliegen, maar zijn ook gevangen. Hoge schouders, gebogen hoofd, het ziet eruit alsof ze ergens onder gebukt gaan.
Als een van de personages zich probeert los te maken, dan wordt hij ernstig vermanend toegesproken door een man die schijnbaar boven hem staat in de hiërarchie. De toon is gezet. Dit gaat over vrijheid, vooral over onvrijheid. Het lijkt een waarschuwing voor een toekomst waarin voor een individu geen ruimte meer is.
Eigen koers bepalen
In de poëtische voorstelling wordt veel bewogen, zeker in het begin. De spelers lopen opgejaagd en haastig zoekend van links naar rechts en weer terug. Ze maken formaties en verbinden spel met dans. Die scène duurt tamelijk lang en het is zoeken naar betekenis. Duidelijkheid ontstaat als enkele personages proberen los te breken, hun eigen koers willen bepalen, niet uit verzet, maar omdat ze zijn wie ze zijn. Ze worden afgestraft.
En praten, dat is niet toegestaan. ‘Ssst’ sissen machthebbers bits. Andere personages uit de tirannieke samenleving die compagnie L’Oublié(e) op het podium verbeeldt, nemen het over: ‘Ssst’.
Zo’n scène, hoe donker ook, is toch licht van toon. Het gezelschap verbindt het inktzwarte met humor. Ook als een van de personages een oude grammofoon ontdekt en muziek (dus creativiteit), ondanks onderdrukking even de ruimte krijgt. De man steekt zijn hoofd in de hoorn en reageert opgelaten en theatraal. Dat doet even denken aan komieken uit de periode van de zwart-witfilm.
Intimiderende klap
Het blijft niet bij dans en acrobatiek op de grond. Steeds meer dringen gigantische machines zich op. Het lijken enorme bureaulampen die de samenleving dirigeren met repressie, die zich over personages buigen en met een luide, intimiderende klap op de vloer duidelijk maken wat is toegestaan en wat niet. Dat is meesterlijk bedacht en vol van betekenis.
De machines zijn groot, indrukwekkend en prachtig gemaakt. De kracht van onderdrukking wordt versterkt door het licht in de voorstelling, vooral door het donker.
Een aantal scènes is in het halfduister, zo ook een acrobatiek-act waarbij een personage wordt opgetild door een collega en op diens schouders ligt. Een zwarte lichtstreep die door de duistere, unheimische ruimte priemt, eindigt bij haar hoofd.
Draaiende, verticale paal
En natuurlijk hebben de personages ambitie, willen ze vrij zijn, hoger op, in ieder geval doen wat ze willen. Gaandeweg verplaatst de enscenering zich naar boven. Zo is er een sterke act met een acrobate aan een draaiende, verticale paal die aan een draad hangt. Ook is er een horizontale, vaak kantelend plateau, een soort trust, waar een acrobate op klautert en waar een ander aan hangt. Op de grond is een poging van personages het gevaarte te beheersen, maar langzaam verandert het object in een trap en lijkt er een manier om naar boven, naar de vrijheid te klimmen.
Of dat lukt? De voorstelling geeft het antwoord.
De makers hebben zich laten inspireren door ‘De allegorie van de grot’ van Plato. Daarin beschrijft de filosoof de opstijging vanuit de zintuiglijk waarneembare wereld, die wordt vergeleken met een grot, naar de spirituele, onvergankelijke wereld.
Stof tot nadenken
‘La Chute des Anges’ is een voorstelling met stof tot nadenken. Over het thema, uiteraard, over de ontzagwekkende wijze waarop het gezelschap een filmische, duistere sfeer creëert en toch lichtheid nastreeft en over hoe de compagnie werkt met die wonderlijke machines.
Maar ook over hoe innovatief Compagnie Loublié(e) het hedendaags circus verwerkt in een multidisciplinaire productie. Dat maakt nieuwsgierig naar wat het gezelschap nog meer heeft gemaakt en heeft te vertellen.
Gezien op festival Circolo, Schouwburg/Concertzaal Tilburg
FOTO'S: @Jostijn Ligtvoet