'One Song' van Miet Warlop blaast je omver

Overdonderend en verpletterend. Muziektheater One Song van Miet Warlop is intens en uitputtend voor acteurs en muzikanten.  Ze gaan door tot ze er letterlijk bij neervallen. Dat is niet alleen imponerend,  bijna intimiderend, het is ook ongemakkelijk en afmattend voor de toeschouwer. Het gaat maar door en door en komt snoeihard binnen.

De Vlaamse theatermaker Miet Warlop maakte One Song bij NTGent in het kader van de reeks Histoire(s) du Théâtre waarin theatermakers reflecteren op de geschiedenis van het theater.

Warlop besloot terug te kijken op haar eigen carrière. Daarbij kwam ze ook uit bij Sportband, een productie uit 2005. Dat werk is gemaakt tijdens een donkere periode in haar leven nadat haar oudere broer zelfmoord had gepleegd. Het lukte hem niet om evenwicht te vinden in het leven. Sportband was haar requiem voor hem.

Loopband

Bij One Song is de entourage een sportveld met een evenwichtsbalk, een gymnastiekmat, een klimrek, gewichten en een loopband. Op een tribune staan uitzinnige fans en daarnaast zit een dame in het rood. Ze praat onverstoorbaar in een microfoon.

Goed verstaanbaar is ze niet, maar de intentie is duidelijk: 'hier gaat iets gebeuren mensen. Let op'. Ze stelt de spelers één voor éen voor, die zich daarna nog even opwarmen, en dan aan hun topprestatie beginnen. 

Toetsen in de lucht

One Song is een combinatie van een concert en een sportwedstrijd. De cellist ligt op zijn rug, speelt en maakt tegelijkertijd sit-ups. De zanger rent vele meters op de loopband en de toetsenist moet steeds springen om de toetsen van zijn synthesizer, die hoog in het klimrek hangt, te kunnen beroeren. Dat blijkt een enorme inspanning te zijn.

De slagwerker rent van de ene trommel naar de andere en de violiste balanceert op de evenwichtsbalk en speelt op haar instrument. Het is ongelooflijk om te zien hoe lang ze dat volhoudt.

Dat geldt voor alle spelers in de arena. Wat een energie. De zanger blijft maar hollen en zingt voortdurend hetzelfde lied, Day After Day. De tekst is destructief: Run for your live, till you die, till I die, till you all die...

Nietsontziend

Dat is precies wat ze doen: doorhollen tot het noodlottig einde zich gaat aandienen. Het tempo stokt niet, de T-shirts zijn zeiknat van het zweet, maar de muziek, de inspanningen, worden opgevoerd. De spelers doen er uit zichzelf een schepje bovenop.

En als de inzet onverhoopt even minder is dan roeren de supporters op de tribune zich. Ze eisen waarvoor ze gekomen zijn, schreeuwen en gebaren de spelers nietsontziend naar een topprestatie.

Een enkele keer is er even rust, dan pakken de spelers een handdoek om het zweet te drogen. Een rustmoment is er ook als er vanuit de nok water naar beneden druppelt en de vloer met handdoeken wordt gedroogd. Een lekkage? Whatever. Niets mag deze race verstoren.

Foto's: Michiel Devijver
Gezien: Festival Boulevard

Metronoom bepaalt

Even is er een slow motion, maar dan daalt de stadionspeaker van de tribune naar beneden en zet de metronoom in een hogere frequentie. De band gaat weer los, ook al oogt het dat de muzikanten op instorten staan.  Ze blijven spelen, ondersteunen elkaar, maar een voor een gaan ze om. De energie is op. 

Het is fascinerend om deze onmenselijke uitputtingsslag te zien, maar pijnlijk is het ook. Dat is de herkenning, het is een indringende metafoor: mensen gaat door om pijn en verdriet niet te voelen. Hard werken, steeds vooruit, alle grenzen voorbij. Die gedachte resoneert.

Volkslied

Ook als de spelers na de strijd een lied zingen, een soort van volkslied, roept dat vragen op. Is het de toewijding die Miet Warlop bevraagd? Toewijding aan de ander, aan een groep, aan een land, om tegelijkertijd het persoonlijke belang te vergeten en jezelf de vernieling in te helpen.

Rake antwoorden krijgt het publiek niet. Hoeft ook niet. Het beeld op het toneel, de energie, de muziek, het is radicaal genoeg.  One Song is een prachtig, pakkend statement. Iedereen mag die zelf verder inkleuren.

Na afloop wisselen bewondering en verwarring elkaar af. Dit is een bijzondere belevenis. Vol overtuiging gespeeld en strak geregisseerd.

Derwisj

En dan is die cheerleader, een vreemde eend in de bijt. Die moedigt het publiek naast de stadionspeaker aan, past zich aan, zoekt ook een eigen weg. Die persoon is in de weer met witte borden met woorden als Why, Be, Hey, If, You, Do, Never.... Die worden gerangschikt op een stellage, maar de tekst en context blijft onaf en onbegrijpelijk.

Later danst de cheerleader als een derwisj met een tekstbord in de hand om dat bord uiteindelijk te verpulveren. Het zijn maar woorden. Geluid en geschreeuw komen binnen, broze woorden niet altijd.

De voorstelling ging in première op het theaterfestival in Avignon. Op festival Boulevard in Den Bosch stond One Song in een grote sporthal. Dat bleek een treffende locatie, al die spelers tussen de vele lijnen op het sportveld.