Meer dan 1500 mensen in Europa doneerden persoonlijke, typische bewegingen aan levend museum Motus Mori van de Tilburgse choreograaf Katja Heitmann. Wrijven over de buik, vingers knakken, een merkwaardig loopje, de schouders ophalen, het zit in de collectie. Bij Reliquiem, het vervolg op motus Mori, kan nu iedereen die wil de bewegingen van anderen aan den lijve ervaren. Dat is een intense, warme belevenis.
Niet alleen ontstaat een band met de mensen die hun bewegingen met anderen delen, ook stroomt deze interactieve installatie over van respect en begrip: niet iedereen heeft het gemakkelijk, maar iedereen is bijzonder en mensen hebben meer gemeen dan je zou denken.
Buik intrekken
Katja Heitmann ontwikkelde haar idee voor Motus Mori onder meer toen ze dacht aan haar overleden vader. Die had net als ieder ander persoon bewegingen die hem uniek maakten. Hij hield af en toe zijn buik in en wreef soms met zijn hand over het kale plekje op zijn achterhoofd.
Een andere ervaring die indruk maakte was toen ze in het winkelgebied in haar stad plots besloot toch naar een andere winkel te gaan waardoor ze haastig omkeerde. Dat werd gezien door toezichthouders en ze moest zich verdedigen. Het zag er blijkbaar verdacht uit. Mensen lezen iets af aan beweging, concludeerde ze.
Archiveren
En we verzamelen alles, bedacht ze daarna, we archiveren werkelijk alles, maar geen specifieke bewegingen van mensen, van dierbaren. Die gaan verloren als iemand er niet meer is. Ze besloot de bewegingen van haar vader te archiveren en van nog veel meer andere mensen.
Bij Motus Mori praten de dansers met wie Katja Heitmann werkt uitvoerig met mensen. Die uitvoerige interviews gaan over bewegingen die iemand kenmerken, ook de beweegredenen van een persoon ,en vaak komen mooie, intieme, persoonlijke verhalen bovendrijven.
Overleden geliefde
Af en toe delen mensen bewegingen van een overleden geliefde. Een man die niet goed meer kan lopen, alleen schuifelt, een non die vertelt hoe ze door de kloostergangen schrijdt, een man die vertelt dat hij zijn vingers verbergt omdat hij psoriasis heeft. De bewegingen in het archief zijn divers.
Na de interviews trekken de dansers zich terug, integreren bewegingen die ze hebben verzameld in hun eigen lijf en komen naar een uurtje naar het museum van bewegingen.
Op een sokkel
Staand op een sokkel, of lopend door de ruimte, tonen ze bewegingen die ze eerder op de dag hebben opgepikt. Die houdingen combineren ze subtiel met bewegingen die op eerdere momenten zijn verzameld.
Het publiek kijkt toe, mag ook tussen de dansers doorlopen en ontdekt de eigen bewegingen.
Motus Mori Reliquiem. Gezien: Spring Festival
Foto's: Hanneke Wetzer
De interactieve installatie Reliquiem is een vervolg op dat museum, in ieder geval een aanvulling Deze keer kijkt de bezoeker niet naar dansers die bewegingen van anderen tonen. De bezoeker mag de bewegingen nu zelf uitvoeren, aan den lijve ervaren hoe het is om alleen maar te kunnen schuifelen, op de tenen te lopen of met de armen gekruist op een stoel te zitten.
En dat is nog het meest veilig, want ook de laatste ademstoot van een dierbare wordt beleefd.
Koptelefoon
Het publiek loopt een installatie binnen, een grote cirkel met cabines met daarin krukjes. Voor elke bezoeker is een kruk en een koptelefoon.
Een stem introduceert mensen: Jan, Henk, Thomas, Dorith en beschrijft hun bewegingen. Jan zet voet voor voet, als kind droomde hij ervan om koorddanser te worden, Henk loopt op zijn tenen. In zijn vrije tijd is hij drag queen. De toeschouwers lopen door de cirkel en doen de typische bewegingen na.
Stemmen van mensen
Terug bij de kruk, het publiek zit, is de stem van de verteller ingeruild door stemmen van mensen die ooit hun bewegingen aan het archief Motus Mori hebben gedoneerd. De toeschouwer doet ze na, de ogen zijn gesloten. Student Emma vertelt hoe ze altijd in de collegebanken zit, haar houding blijkt identiek te zijn aan die van Pavel, een dakloze.
Een Vlaamse dame vertelt hoe ze haar armen hield toen ze vroeger voor het eerst haar kind vasthield. Dat lijkt veel op de manier waarop een Iraakse vrouw zichzelf beschermde toen ze achter in een vrachtwagen op de vlucht was.
Wiegen
De stem vraagt om te wiegen, langzaam te bewegen van links naar rechts en weer terug. De bewegingen worden kleiner, kwetsbaarder en het gaat steeds meer over vergankelijkheid. Stijn zit in een rolstoel en vertelt hoe hij zijn schouder optilt. Een man die moeilijk loopt vertelt hoe hij schuifelt. Een Vlaamse dame beschrijft de laatste ademstoten van haar overleden mannen. Zittend op de kruk schuifelt het publiek mee, ademt het mee.
De installatie Reliqueim, Katja Heitmann omschrijft die zelf als een bewegingsopera, brengt onbekende mensen en hun verhalen ineens erg dichtbij. Het publiek ziet ze niet eens, ziet ook geen foto, alleen de stem is te horen en dat maakt deze ervaring juist zo sterk.
Worsteling
Onbekenden worden bekenden en in een uurtje komt de eigenheid, ook de worsteling van veel mensen voorbij. Het is een fantastische ervaring.
De bewegingsopera is subtiel opgebouwd, met veel rust. Van passie naar vergankelijkheid en dood, dat gaat geleidelijk en je gaat er in mee. En dat wiegen, ja, dat is krachtig. Het is een prettige, vredige beweging die rust en acceptatie teweegbrengt waardoor je je openstelt voor de ander. Althans zo werkt dat bij mij.
Grote belangstelling
Met Motus Mori, het archief, het museum, nu deze installatie, heeft Katja Heitmann een onderwerp bij de hand dat nog veel mogelijkheden biedt. En dat het werkt blijkt uit de grote belangstelling, ook uit het buitenland. Motus Mori reisde al langs meerdere Europese steden en die reis is nog lang niet beëindigd.
Motus Mori Religuiem is te zien op festival Boulevard in Den Bosch (8-13 augustus), bij MU in Eindhoven (23-27 augustus) en bij museum De Pont in Tilburg (organisatie De Nieuwe Vorst, 5-8 oktober).