Hij brengt het dagelijks leven, vooral het dagelijks leed van Syrië, dicht bij de toeschouwer. In zijn solovoorstelling Runa jongleert acrobaat en verhalenverteller Amer Kabbani met keien, planken en Perzische tapijten, vaak met spullen van de straat. Het is alsof je naar een voorstelling op de pleinen van Damascus of Homs kijkt.
Amer Kabbani is een Spaans/Syrische artiest. Zijn leven is verweven met dat van zijn familie in Syrië, met zijn vrienden en met de slachtoffers in het door het geweld en de burgeroorlog geteisterde land.
Dat klinkt door in zijn voorstelling. In zijn schrijnende verhalen, in de aangrijpende sfeer die hij neerzet. Zijn verhaal is hard, zijn toon zacht en vriendelijk.
Briefje met noodkreet
Bij binnenkomst in de tent krijgen de toeschouwers een kei in de hand gedrukt. Waarom? Dat wordt later duidelijk. De acrobaat staat naast een stapel keien, een berg puin die doet denken aan geweld en chaos, aan een ingestort gebouw. Met een lange, stalen pijp wil hij een gat maken en na een tijdje vindt hij een briefje: 'Geef niet op, blijf zoeken tot je me vindt'.
Hij deelt de inhoud van het briefje met zijn publiek, zoals hij steeds met toeschouwers in gesprek gaat. Niet met heel veel woorden, wel met vragen, met verzoeken en de blikken zijn zijn ogen.
Een zwaar Perzisch tapijt
Zo zet hij een opgerold tapijt rechtop en zegt dat hij pas verder kan als het tapijt omvalt. Dat inspireert een toeschouwer om een handje te helpen en het tapijt een duwtje te geven. De acrobaat houdt het zware tapijt met één hand in de lucht, zet het daarna op zijn schouder. Als hij het tapijt met beide armen horizontaal vasthoudt beweegt hij in cirkels als een derwisj, een traditionele dans van een soefi.
En hij danst ook zijn eigen beweging. Zittend op een tapijtje, het lijkt een gebedsmat, beweegt hij zijn handen en lijf, staat langzaam op en danst dan uitbundig. Hij vraagt het publiek om mee te klappen op de melodie van de muziek.
'Runa' van Amer Kabanni.
Gezien: Circolo Tilburg
Foto: Jona Harnischmacher.
Plank met stenen
Dat voelt als een straatoptreden in Syrië in betere tijden, met passanten en publiek dat enthousiast meedoet. Tussen zijn acts geeft de acrobaat meer prijs van zijn achtergrond, met verhalen over groot leed die hij wil delen.
De stenen die hij eerder aan het publiek uitdeelde zijn nodig als hij een plank horizontaal op zijn hoofd legt. Toeschouwers mogen hun kei op de lat leggen, voorzichtig, met beleid, want het evenwicht moet bewaard blijven. Eerder vroeg hij al om stenen om die vervolgens op een wip te leggen. Met een sprong lanceerde hij de keien.
Zangeres begraven
Maar de aandacht gaat terug naar de slachtoffers in zijn land. In woord, in beeld. Hij balanceert met een geluidsbox, een stem van een zangeres is te horen. Die begraaft hij onder het tapijt. Niets en niemand is veilig.
Runa is een eerlijke voorstelling die binnenkomt. De acrobatische trucs ogen niet virtuoos, maar daar gaat het niet om. Het gebruik van keien en tapijten is een noodgreep als je niets anders hebt, zoals in zijn land va herkomst. Door juist in deze voorstelling voor deze attributen te kiezen maakt dat de intentie nog krachtiger.
Foto: Jona Harnischmacher.