De vijfde editie van Murf/Murw blijkt opnieuw een rebelse, creatieve stadsguerrilla met zo’n zeventig optredens op meerdere podia en in meerdere zalen in Tilburg. Het zijn overwegend jonge theatermakers en bandjes die het festival dragen, maar ook de ‘oudjes’ van punkband The Ex en theatergroep Hotel Modern krijgen een daverend applaus.
Murf/Murw, de naam van het festival is al verwarrend. Huh? Een onderdompeling in het omvangrijke programma van het jonge Tilburgse underground kunstenevenement brengt nog meer aan het wankelen. Een boze, sprekende eekhoornpop, een performer met een kronkelende made, drie chaotische kleuterclowns, het is gekte, het is grensverleggend.
Jonge girlband
Op het festival gebeurt veel, zo’n zeventig optredens. Denk aan een nieuwe kennismaking met de oude rotten van punkband The Ex, de frisse, jonge girlband The Earwurms en een duistere satanistische performance met kaarsen en een geurend wierookvat dat door een zaal slingert. Dat is Murf/Murw: een kunstguerrilla vol prikkels en indrukken, vol absurdisme, creativiteit, (stevige) muziek, experiment en ontmoetingen.
Murf/Murw heeft de vijfde editie net achter de rug. In theater De Nieuwe Vorst in Tilburg, ook in de Hall of Fame, muziekpodia Paradox en Little Devil, in bioscoop Cinecitta en bij expositieplekken NS16 en Kunstpodium T. Er zijn voorstellingen, concerten en exposities, vaak op hetzelfde moment, drie dagen lang. Het is kiezen en verplaatsen, op de fiets, te voet.
Het festival komt voort uit een fanzine, zeg maar een kunstmagazine, dat in 2018 voor het eerst het licht zag.
Stadsfestival
Het collectief van makers (beeldende kunst, theater, dans, muziek en film) dat achter het blad zit, organiseert sinds 2020 dit festival. Het stadsfestival groeit elk jaar ietsjes en toont experimenten, muziek (punk, noise, indiepop), film, beeldende kunst, theater en dans. Allesbehalve mainstream, het is tegendraads en afwijkend.
Over de naam Murf/Murw is nagedacht. Het archaïsche woord ‘murw’ wordt steeds vaker uitgesproken als ‘murf’. Dat wordt in woordenboeken zelfs gepromoot. De organisatie van het festival ziet dat veranderend taalgebruik als gemakzucht en luiheid, tekenend voor de huidige tijd. Het is een metafoor voor de samenleving waarin vaak wordt gekozen voor de gemakkelijke weg. Dat doet Murf/Murw niet, het omarmt het ongemak.
Anarchistische clowns
Terug naar het programma. Het is vrijdag tegen zeven uur. In de Rode Salon van De Nieuwe Vorst spelen de drie vrouwelijke muzikanten van The Earwurms. In het Engels, soms in het Nederlands: ‘In je vastgoed zit je vast goed…’.
Iets verderop in het theater is de fysieke, ludieke performance ‘Clownscape like in landscape’ van de Noorse theatermaker en performer Micha Goldberg. Het is een chaotisch stuk, bewust zo gemaakt, met drie anarchistische clowns met beschilderde gezichten in allerlei kleuren en dikke lagen druipende verf. Een clown draagt schoenen van purschuim aan de voeten. In de ruimte staat een wand voor graffiti, er zijn spuitbussen, een berg flexibele, grijze kunststofbuizen en stapels dozen, heel veel dozen.
Opengesperde monden
Het gedrag van de clowns is nog het best te vergelijken met dat van kleuters, onderzoekend, verwonderend, lachend, vol met imitatiegedrag. Met wijd opengesperde mond reageren ze voortdurend op elkaar. Ze kijken elkaar en het publiek aan, met ogen vol verbazing.
Ze schudden met spuitbussen, sjouwen met buizen en timmeren met grote schuimrubberen hamers die vanuit het niets opduiken op de hoofden van de toeschouwers. Ook brengen de drie stapels dozen naar binnen waar ze een hoge muur van bouwen. En dan ja, er staat die step in de hoek er niet voor niets. Je kunt erop wachten: die muur gaat om. Het is een hilarische, prettig gestoorde voorstelling en allesbehalve doorsnee.
‘Lullaby for Scavengers’ (vertaling: Slaapliedje voor aaseters) is dat evenmin. Die is te zien in de grote zaal van De Nieuwe Vorst. Het is een voorstelling met film, poppenspel, video en performance van de Britse comedian en videokunstenaar Kim Noble.
Deur van magnetron
Hij vertelt en tegelijkertijd is zijn verhaal te zien op een groot scherm. Sommige beelden zijn live, andere zijn eerder opgenomen. Ook zijn er projecties op een klein ovaal scherm en op de deur van een magnetron.
Het verhaal begint absurd en dat voert de kunstenaar steeds meer op, maar het is zeker niet alleen komisch. Het is tegelijkertijd een aanklacht tegen de maatschappij, de geldende regels, de truttigheid en de harteloze omgang met dieren. En het is confronterend.
In deze performance laat Kim Noble zien dat hij vierentwintig uur per dag kunstenaar is, dat alles wat in die uren gebeurt in potentie onderwerp is voor zijn kunst en dat hij kunst altijd inzet in zijn contacten met anderen, bij zijn dagelijkse beslommeringen.
Dit oogt echt
Ook bij moeilijke en intieme momenten. Het beeld van zijn gestorven vader komt indringend voorbij, al weet je bij kunst nooit helemaal zeker of iets werkelijk is of niet. Dit oogt echt.
Kim Noble vertelt en toont het verhaal van de dieren om hem heen. Dat begint met het relaas van een boze, ook depressieve eekhoorn wiens partner op zolder is gestorven na het eten van giftige blauwe korrels. Het is een grijze eekhoorn, dikke pech, dat dier wordt in Engeland gezien als bedreiging voor de rode eekhoorn, zo vertelt het beestje en dat wordt ondersteund met fragmenten uit tv-interviews met zogenaamde deskundigen.
Op dat moment zit Kim Noble achter een tafeltje met een camera. Hij heeft een pop van de gevilde eekhoorn in zijn hand en laat het dier bewegen en praten.
Pina Bausch en Joseph Beuys
Een volgend fragment gaat over de ‘dochter’ van Kim Noble. Geen jong meisje, maar een witte made die hij uit een vuilnisbak op straat heeft gehaald. Hij heeft iets met maden, want dat zijn schoonmakers en laat de performer nu zelf ook een tijdje schoonmaker zijn geweest, zo vertelt hij.
Hij vertroetelt zijn made, leert haar alles over de Duitse choreograaf Pina Bausch en over de Duitse kunstenaar Joseph Beuys. Aan seksuele voorlichting doet hij ook. In weer een andere scène laat hij zien dat hij zijn made meeneemt naar restaurants en naar fastfoodketens. Hij stopt de larve in het eten dat hij koopt, maakt meteen een foto, toont die verontwaardigd aan het personeel en vergaart zo stapels waardebonnen voor ‘de geleden schade’.
Zijn baan als schoonmaker op een kantoor brengt hij in beeld, net als de vervreemdende en ongemakkelijke gesprekken met het personeel daar en een dansje in zijn nakie op een vol bureau als de werkdag voor de kantoorklerken er opzit en iedereen naar huis is.
Dierenleed
‘Lullaby for Scavengers’ is video en live tegelijk. De werkelijkheid is al raar genoeg, zo blijkt in de performance, maar Kim Noble’s kijk op de werkelijkheid, zijn beïnvloeding daarvan, maakt die nog vreemder. Maar ook ontroerend. Er komt veel leed voorbij, dierenleed, leed om hoe mensen met dieren en elkaar omgaan, de onverschilligheid vooral.
Bij Murf/Murw rolt de toeschouwer in de ene na de andere ervaring. Het gaat maar door. In De Nieuwe Vorst speelt eenmansband (toetsen, gitaar en elektronica) Snackbar The Ambassador, het alter ego van kunstenaar en muzikant Matthias König. Hij speelt Krautrock, cumbia en met de ogen dicht lijkt het alsof je naar een swingende Afrikaanse band op een wereldmuziekfestival luistert.
The Ex is terug
Bijna op hetzelfde moment speelt bij hardrockcafé Little Devil de band Tonto, een one-man band met alleen een drumstel en de stem van Francesco Zedde.
In de Hall of Fame bewijst punkband The Ex (tegenwoordig is het repertoire breder) dat het sinds het ontstaan in 1980 in de Amsterdamse kraakscene niet aan intensiteit heeft ingeboet. Het repeterende geluid van de scheurende gitaren werkt aanstekelijk en brengt het publiek aan het dansen.
Als het geluid wegsterft gaan de deuren van de grote zaal van de Hall of Fame open en komt de indringende geur van wierook het publiek tegemoet. Wat is dit nu weer? Dit is ‘SODOM’, een performance in het duister over identiteit, gender en hedendaagse religieuze waarden, gebaseerd op het bijbelse verhaal van Sodom en Gomorra.
Groeien mag
Wat gebeurt er veel op Murf/Murw. Het festival wordt soms vergeleken met het Tilburgs kunstenfestival Incubate, ook daar was een mix van theater, performance, muziek en beeldende kunst. Inhoudelijk is die vergelijking logisch, als heeft Murf/Murw niet de omvang van dat legendarische evenement voor liefhebbers van de undergroundcultuur. Incubate ging teloor, groeide snel. Dat wil de organisatie van Murf/Murw voorkomen. Groeien graag, maar gestaag, het is geen doel op zich.
Korte luchtstoot
Een dag later begint het programma al vroeg: korte films in bioscoop Cinecitta, met onder meer het bijzondere ‘6000 lies’ een beeldverhaal met gebruik van honderden echo’s van een embryo.
Even later is in het ateliercomplex NS16 de vertelling ‘Ketterlied’ van storyteller Guus Møystad. Hij toont zijn zelfgemaakte illustraties, wordt muzikaal begeleid door muzikanten van het Tilburgse Autarch Collective en verhaalt over de impact van water, over Indonesië en Suriname. Op weg naar de uitgang ontkomt de bezoeker niet aan ‘Waiting Currents. Dit kunstwerk van Zhao Zhou hangt aan de wand en blaast lucht als iemand eraan voorbijloopt. Ineens voel je een korte luchtstoot op je gezicht.
Draaiende schijf
Er is meer kunst: bij NS16, ook bij Kunstpodium T. Met de fiets is het een kort stukje rijden naar T. Daar is ‘Umwandler’ van Nika Schmitt te zien, eigenlijk vooral te beleven. In een van de kamers staat een installatie, een ronde, draaiende metalen schijf met daaromheen buizen met microfoons. De mic’s vangen de trillingen op en zetten die om in geluid dat uit boxen komt die in alle kamers van het gebouw aan de muren hangen.
In de zalen waar Murf/Murw thuis is, is het druk. Een enkele keer worden enkele mensen in de wachtrij bij een performance teleurgesteld omdat er geen plek meer is, maar meestal lopen de publiekstromen zo dat er geen problemen ontstaan. Hoeveel mensen er zijn? Tellen is lastig, zeker met zoveel locaties. In ieder geval honderden, waarschijnlijk meer.
Elke bezoeker kiest zijn eigen programma. De muziekliefhebber bezoekt bands in Paradox, Little Devil, De Nieuwe Vorst of Hall of Fame, liefhebbers van performances zijn vooral thuis in De Nieuwe Vorst.
Over Medusa
In dat theater is ook ‘(Don’t) look me in the eyes’ te zien van Ainhoa Hernández Escudero, een dansvoorstelling met drie performers. Het stuk is gebaseerd op de Griekse mythe over Medusa en de Gorgonen. In dat verhaal is Medusa de schoonste van de drie zussen, ook de enige die sterfelijk is. Haar mooie haren worden uit nijd vervangen door slangen.
Dat verhaal keert in de voorstelling terug. Een van de dansers (Medea) krijgt een rubberen masker op haar hoofd geperst waardoor haar lange haren niet meer zichtbaar zijn. Ook zijn er ineens kronkelende mechanische slangen op de vloer. Het stuk komt traag op gang, maar wint aan intensiteit als een scène keer na keer wordt herhaald. Die herhaling, de herhaling van muziek, van de beweging, van de blikken in de ogen, maakt dat het stuk beklijft.
Verzonnen dichters
Zwaar is deze interpretatie van Medusa niet, maar wie ongecompliceerd wil lachen kan meteen door naar de kleine zaal. Daar is het de kolderieke performance ‘Een beetje kunst’ met een hindernisbaan waar de performer met objecten als een houten kaketoe overheen springt en daarna een melige presentatie van drie (verzonnen) Vlaamse dichters. Ook is er het wonderlijke verhaal over een bakje met wortelsoep, gevonden op een bankje in een park en een eindeloos gedicht over Pingpong waarbij dat woord minutenlang wordt herhaald. Flauw? Op dat moment werkt het.
Werk aan de winkel
En luisterend naar ‘Pingpong’ weet je dat je van alles mist, je kunt maar op een plek tegelijk zijn. Voor de performance ‘Opblaasbeest’ een geluidssculptuur, gemaakt van plastic zakken, waarbij voortdurende lucht ontsnapt, daar is het dan al te laat voor.
Missers zijn er ook, zoals ‘Human Suits’ van mimegezelschap Wyf. Het stuk met performers in luiers bestaat uit een handvol scènes, los vast, zonder veel betekenis. Het blijkt een try-out te zijn, de eerste, zo vertelt de regisseur na afloop. Daar is nog werk aan de winkel.
Het festival biedt veel jonge, soms beginnende artiesten de kans om hun werk te tonen. Vaak zijn het voorstellingen of concerten waarvoor niet elke programmeur van een theater of een poppodium meteen warmloopt omdat die niet gangbaar genoeg zouden zijn.
Energiek, opzwepend
De muziek bij Murf/Murw is overwegend stevig. Dat de punkmuziek aan een revival bezig is, is goed te merken in de programmering. Die muziekoptredens trekken veel publiek. Zo ook bij het concert van Oaks. Dat is een energieke band, stevig, opzwepend, met ook een beetje jazz en hiphop. Binnen de kortste keren staan toeschouwers te dansen en gaat een man crowdsurfend hoog in de lucht van hand naar hand.
Nog steviger is Kill Test in de recent verbouwde zaal van Little Devil. Deze soloartiest brengt enorm veel energie mee, ook enorm veel geluid en dat in een mist van rook en van rood en blauw licht. Hij maakt techpunk, dat is opzwepend, hard en toch zeer dansbaar. Af en toe doet de muziek denken aan Balkan beat, maar dan gegoten in een betonnen uitvoering.
Garnalen in de hoofdrol
Zijn het dan alleen nieuwe artiesten die op Murf/Murw staan. Nee hoor, de muzikanten van The Ex horen niet tot de jongsten en dat geldt ook voor de acteurs van Hotel Modern.
Dat laatstgenoemde gezelschap brengt de bijna twintig jaar geleden gemaakte voorstelling ‘Garnalenverhalen’. Dat is een prachtige live-opgenomen animatie met honderden garnalen in de hoofdrol: als lasser, als bokser, als restaurantbezoekers, als begrafenisondernemer, als, ja, eigenlijk als alles wat een mens ook doet.
Het podium staat vol tafels en werkbanken. Daarop staan tientallen maquettes van decors, die ook nog eens snel wisselen, onder meer van een restaurant, van een boks-arena, van een tankstation, van een ziekenhuis, van een crematorium.
Camera en stemmetjes
De mensen in die minidecors zijn vervangen door honderden garnalen. De drie acteurs gaan in snel tempo van de ene naar de andere scene, bewegen als poppenspelers de garnalen, zetten verschillende stemmetjes op, voeren monologen en dialogen en filmen de taferelen nauwgezet met een camera. Het resultaat is te zien op een groot scherm. De muziek en het geluid wordt ook live gemaakt. De prehistorie komt voorbij, de adeldom, de ruimtevaart ook.
Het is de geschiedenis van de mens, vooral zijn gedrag wordt sterk uitvergroot en dat op een heerlijke, hilarische manier. Wat is deze productie mooi en eerlijk gemaakt. Niets is gelikt of wordt verborgen. Het publiek kan elke beweging volgen, ziet hoe de spelers te werk gaan en ziet hoe de muzikant het bijhorende geluid maakt.
Het oogt als houtje-touwtje en past bij de do-it-yourself cultuur van new wave, punk en indiemuziek. Dat sluit naadloos aan bij de hedendaagse underground wereld waartoe ook jongere artiesten op Murf/Murw zich mogen rekenen.
De volgende editie van Murf/Murw is 3, 4 en 5 oktober 2025
FOTO 1: Snackbar The Ambassador, @Jostijn Ligtvoet
FOTO 2 Micha Goldberg na de show, @Heleen Anna
FOTO 3: The Ex, @Jostijn Ligtvoet
FOTO 4: Ainhoa Hernández Escudero, @Heleen Anna
FOTO 5: Hotel Modern, @Heleen Anna