Als tiener vond James Oesi contrabas een intimiderend instrument, zo’n groot gevaarte, terwijl hij zelf nog klein was. Nu is de musicus met zijn strijkinstrument vergroeid. Hij is de enige contrabassist die zich uitsluitend toelegt op solospel. Zijn liefde voor contrabas deelt hij met Etienne Siebens, vaste gastdirigent bij kamerorkest Kamerata Zuid. De twee verdiepten zich intensief in werk van componisten uit de Afrikaanse diaspora en raakten enthousiast over al het moois dat ze ontdekten.
Het resultaat van hun zoektocht is een concert van James Oesi en Kamerata Zuid met muziek van zwarte componisten als de Amerikaanse Florence Price en Abdullah Ibrahim, de Zuid-Afrikaanse jazzmuzikant met wie Oesi al eens het podium bij North Sea Jazz deelde.
Muzikale familie
James Oesi woont in Nederland, maar is geboren in Londen en vanaf zijn tweede opgegroeid in Johannesburg in Zuid-Afrika. ,,Mijn vader is geboren in Zuid-Afrika, maar om aan apartheid te ontsnappen is hij naar Londen gestuurd en opgevoed door zijn tante. In Parijs leerde hij mijn moeder kennen, zij is afkomstig uit Australië. Ik kom uit een muzikale familie. Mijn vader was getalenteerd, hij wilde concertpianist worden, maar dat is niet gelukt. Dankzij hem leerde ik piano spelen. Van mijn oma kreeg ik een viool, zo maar, vanuit het niets. Ik was gefascineerd door dat instrument. Het had iets magisch als ik anderen erop hoorde spelen.”
Les op een hoge kruk
Op school in Johannesburg repeteerde hij in een stringensemble met violisten en een cellist. Op een goede dag zag een poster van een strijkorkest, zijn blik bleef hangen bij de contrabas. Niemand in het ensemble bespeelde dat instrument, dat was reden voor James Oesi om zijn vinger op te steken. Het gaf hem de mogelijkheid om zich te onderscheiden.
“Die contrabas stond in een afgesloten kamertje op school. Toen de deur voor de eerste les van slot ging, schrok ik enorm. Het was een intimiderend ding, groter dan ik had verwacht. Tijdens de les zat ik op een hoge kruk.”
De contrabas werd zijn favoriete instrument en hij bleek er goed in te zijn. Zijn vioollerares attendeerde hem op de exceptionele kwaliteiten van Lev Rakov, een contrabasdocent aan het Conservatorium in Moskou.
Russische muziek
James Oesi deed auditie, werd aangenomen, verhuisde naar Rusland en bleef daar vier jaar. Hij kreeg les in solo, orkest, kamermuziek, solfège, piano, harmonie, maar ook in Russische geschiedenis, leer van Russische klassieke muziek en hij leerde de taal. “De lessen vonden plaats in een vleugel waar Tsjaikovski ooit harmonieleer heeft gegeven aan Rachmaninov, zo vertelde een docente me op een dag.”
Geen recept voor geluk
De opleiding in Moskou zou zes jaar duren, maar na vier jaar vertrok James Oesi uit Rusland. “Mijn docent was geweldig, maar het was zwaar. Ik voelde me alleen, had weinig vrienden en ik voelde ik me niet op dezelfde golflengte zat als de mensen daar. Het was erg conservatief en anti-homo. Nee, dat was geen recept voor geluk.”
De Amerikaanse klassieke contrabasvirtuoos Gary Karr stimuleerde hem les te gaan nemen bij Quirijn van Regteren Altena, docent aan het Conservatorium in Den Haag. James Oesi deed auditie en de deur ging open. Hij wist diep van binnen dat ‘ie solo wilde spelen en daar wist de opleiding niet altijd raad mee. ‘Vind je jezelf zo goed dan?’, kreeg hij te horen.
Veelgevraagd musicus
Oesi was een van de weinige klassieke contrabassisten op de opleiding en de enige die solo wilde leren spelen. Hij studeerde af met een 10+. De topmusicus bezit twee contrabassen, waaronder een uit 1872, gebouwd door de Italiaanse vakman Giuseppe Baldantoni.
Inmiddels is James Oesi een veelgevraagd musicus. Hij speelde soloprogramma’s in onder meer het Amsterdams Concertgebouw, op het Amsterdamse Grachtenfestival en bij het Bachfestival in Dordrecht. Ook speelde hij met ensembles als ASKO|Schönberg.
In zijn programma’s speelt James Oesi vooral composities van witte componisten als Bach, Berio, Rachmaninov en Beethoven, maar met het concert met Kamerata Zuid komt daar verandering in.
Trillende snaar is zen-moment
Etienne Siebens die het concert dirigeert, kent hij al geruime tijd. De twee ontmoetten elkaar bij het Conservatoriumorkest in Den Haag en daarna bij ASKO|Schõnberg Ensemble. Siebens raakt onmiddellijk enthousiast als hij praat over de contrabas. Hij was zelf contrabassist en bespeelt het instrument nog regelmatig. “Even die snaar aanstrijken, dat is voor mij een zen-moment.”
De Vlaamse dirigent legde een andere muzikale weg af dan James Oesi, hij begon niet met piano en viool, maar met accordeon. “Als knaap, van zes, zeven jaar, speelde ik accordeon, ik gebruikte het als een volksinstrument. Het is een van de beste instrumenten om te leren om muziek maken. De accordeon moet ademen, inademen en uitademen. Je moet een beweging maken. Het harmonisch gehoor wordt zo ontzettend ontwikkeld. Van mijn vader moest ik volksliedjes zoeken en de harmonie erbij zoeken. Bij de plaatselijke fanfare blies ik op trompet, maar dat was niets voor mij.”
Lees door onder de foto
Geen woorden nodig
Zijn docent van de muziekschool in Willebroek zette hem op het spoor van de contrabas. “Hij gaf ook notenleer, dus hij wist hoe mijn ritme en gehoor was. ‘Mag ik je handen zien?’, vroeg hij. Meteen zag ‘ie het: ‘jij moet contrabas spelen’. Een week later was ik aan het basspelen. Ik werd meteen verliefd op dat instrument.”
Etienne Siebens studeerde orkestdirectie en was vaste gastdirigent van het Brussels Philharmonic, ASKO|Schönberg Ensemble en chef-dirigent bij het Symfonieorkest Vlaanderen. Ook reisde hij langs Europa landen voor concerten met ensembles, koren en orkesten en gastdirecties. Het Prometheus Ensemble is zijn initiatief.
Liefde voor contrabas
Zijn grote kennis over de contrabas is een aanzienlijk voordeel bij het dirigeren van het concert met James Oesi. De bassist staat op het podium direct naast de dirigent, vlak voor het orkest. Siebens: “We kennen beiden die liefde voor de contrabas. Dat voel ik meteen als ik sta te dirigeren. Op zo’n moment heb ik geen woorden nodig, we voelen elkaar aan. Zijn stokvoering, zijn linkerhand, ik voel het. Natuurlijk moet je afspraken maken, over tempi en zo, maar voor de details zijn geen woorden nodig.” James Oesi herkent zich hierin.
Componisten van kleur
De interesse in muziek van zwarte componisten delen ze ook, al buigt James Oesi zich daar nog niet zo lang over. “Ik kreeg een paar jaar geleden de vraag of ik een programma wilde samenstellen met werken van componisten van kleur. Ik voelde het als een opdracht. Op het conservatorium is elke componist die je bestudeert wit. Daardoor ontstaat een beeld dat er geen zwarte componisten zijn. Als ze er wel zijn geweest dan waren ze blijkbaar niet goed genoeg om in de geschiedenisboeken te belanden. Dat beeld had ik, totdat ik me meer ging verdiepen en besefte dat die gedachte helemaal niet klopt. Over Mozart, Bach en Wagner is veel geschreven, maar over componisten van kleur weinig. Gaandeweg kwam ik heel mooie muziek tegen.”
Mailtje grote jazzmusicus
Van een aantal zwarte componisten die hij leerde kennen is muziek te horen in het concert met Kamerata Zuid. Ook van Abdullah Ibrahim. De Zuid-Afrikaanse jazzmuzikant is inmiddels een bekende van James Oesi.
In Londen bezochten de ouders van Oesi regelmatig concerten van Ibrahim en toen ze naar Johannesburg verhuisden, gingen zijn langspeelplaten mee. Tot zijn verbazing ontving James Oesi enkele jaren geleden een mailtje van hem, althans het was ondertekend met A.I.
Abdullah aan de lijn
“Even dacht ik dat het een grap was, maar toen ik het nummer dat in de mail stond belde, kreeg ik Abdullah aan de lijn, ik herkende zijn stem. Ik bezocht hem, hij woont in Beieren, en speelde Bach voor hem. Hij ging achter de piano zitten, gaf me veel informatie, ook over improvisatie. Dat was leerzaam.”
Bovendien vertelde Abdullah Ibrahim over zijn ontmoeting met Duke Ellington en beroemde jazzmuzikanten als Miles Davis en John Coltrane. Hij speelde met die grootheden in Amerika, in een tijd waar hij als zwarte muzikant nog via de achteruitgang naar buiten moest. In 2019 speelde James Oesi met zijn idool op North Sea Jazz voor 6000 enthousiaste toeschouwers.
Muziek vol levenslust
Waar Abdullah Ibrahim een jazzachtergrond kent, daar heeft ander werk in het programma van Kamerata Zuid een klassieke signatuur. Tijdens zijn speurtocht naar componisten uit de Afrikaanse diaspora ontdekte Etienne Siebens de Amerikaanse Jessie Montgomery. Hij raakte onder de indruk.
“Ik kende haar niet, maar ze schrijft zo’n mooie muziek. Ze is een interessante, jonge componiste. Haar composities zijn geïnspireerd op volkstaal, op improvisatie, jazz en volksmuziek en ze heeft een sterk gevoel voor rechtvaardigheid. Dat hoor je in haar werk. In Amerika wordt veel van haar gespeeld en kreeg ze veel onderscheidingen.”
Vol energie
“Ik vond een werk van drie minuten en dacht: we moeten in het programma absoluut een tweede werk van haar opnemen. Strum is de titel. Ze heeft het gecomponeerd voor kwartet en het werd door haar bewerkt voor strijkorkest. Het is prachtig, vol energie, levenslust en vakmanschap.”
De zwarte Mozart
Nog een parel. Joseph Bologne Chevalier de Saint-George, geboren in Guadeloupe in 1745, werd door Joseph Haydn de zwarte Mozart genoemd. Hij woonde in Parijs en wordt gezien als een Franse componist. Etienne Siebens: “Als dirigent heeft hij met goedkeuring van Haydn de Parijse symfonieën van Haydn gedaan. Dan ben je iemand. Hij heeft veel geschreven en het is jammer dat zoveel van zijn werk verloren is geraakt.”
Out of the box
Kamerata Zuid en James Oesi spelen tijdens het concert een nieuw gecomponeerd werk dat is gemaakt door de Amerikaan Derrick Hodge. James Oesi: “Hij is een bijzondere muzikant: jazz, hiphop. Ik heb hem leren kennen op mijn eigen festival, Dutch Double Bass Festival, hij speelde daar in 2021. We wilden met Kamerata Zuid iets nieuws laten schrijven, ik dacht onmiddellijk aan Derrick Hodge, het was een beetje out of the box.”
“Hij schreef een ontzettend gaaf stuk. De relatie tussen strijkorkest en contrabas is mooi. Zelf omschrijft hij het als een dans, als een duet tussen die twee. Er is een bepaalde groove en de harmonieën zijn prachtig.”
Lyrische passages
Etienne Siebens is het roerend met James Oesi eens: “Het is een omvangrijk stuk, in de buurt van de twintig minuten. Erg geslaagd. Hij laat horen dat contrabas melodisch kan spelen, in het hoge register, in het lage register. Je hoort mooie lyrische passages, afgewisseld met virtuoze loopjes. Die passages doen me soms denken aan Claude Debussy. Ik hoop dat dit werk op het repertoire van contrabassisten komt.”
En de dirigent heeft nog een stille wens: samen met James Oesi een duet spelen, op de contrabas.
James Oesi en Kamerata Zuid:
Zaterdag 28 oktober, 20 uur: Concertzaal Tilburg
Zondag 29 oktober, 15 uur: Philharmonie Haarlem
Foto's: collectie Kamerata Zuid