Dansers op Oerol gebruiken veel woorden, héél véél woorden (1)

Taal is een rode draad in de voorstellingen van Oerol, het theaterfestival op Terschelling. Toneelschrijver Jibbe Willems ontwikkelde voor ‘De Aardappelvreters’ van het gezelschap Silbersee een nieuwe taal: het Bauerlans, en theatermaker Sanne Nouws verdiepte zich in wereldtaal Esperanto. Taal verbindt en taal verdeelt.

Oostenrijks dansgezelschap Liquid Loft gebruikt ook veel woorden in ‘Foreign Tongues’, maar zet gesproken taal onmiddellijk om in bewegingstaal. Het publiek hoort Frans, Engels, Oost-Europees (?), Terschellinger dialecten en verstaat er doorgaans niet veel van. Maar aan de grote gebaren, de gesticulatie, is duidelijk welke boodschap de dansers willen uitdragen. Dat is speelsheid, boosheid, agressie, onbegrip, verongelijktheid, overtuigingsdrift.

Deze voorstelling is in een duinpan, halverwege het eiland. Bij de toegang zegt een vrijwilliger van het festival gedecideerd dat het publiek niet op de tribune mag gaan zitten, maar zich tussen de dansers mag bewegen.

Klimmen

Die dansers zitten, liggen, staan in het zand. Hun gezichten zijn verborgen achter zwarte kleding en ze praten aan een stuk door. Als de gezichten zichtbaar worden, klimmen ze in formatie de tribune op en zetten hun monologen en gesprekken voort.

Het lijkt een prachtige vondst: het publiek staat in de mulle zand, de dansers gebruiken de tribune als podium. Zou dat de hele voorstelling zo doorgaan? Maar nee, na een tijdje mag het publiek naar de tribune en er is een klassieke opstelling.

Bewegingen van de dansers beperken zich grotendeels tot grote, soms subtielere, gebaren van handen, armen en het hoofd en dienen als ondersteuning van het gesproken woord. Af en toe zijn de teksten te volgen. ”Waarom doe je dat”, hoort het publiek, “Ik heb het al 100 keer gezegd.” Of: “Jij met je stinkjasje. Oostenrijker! Weet je wie ook uit Oostenrijk komt?” Sporadisch is er verstilling en hapert het geluid, blijft de tekst hangen als in een groef van een grammofoon. Het is een bewust opgewekte storing die vervreemdend uitpakt.  De personages zijn licht karikaturaal, bruut, laconiek, kinderlijk, deftig, rauw.

Verdwijntruc

‘Foreign Tongues’ is een dynamische dansvoorstelling, licht en zwaar tegelijk, met vaak een humoristische toon. Maar het stuk ontbreekt het aan een wending, een climax. Aan het eind lopen de dansers een heuvel op en verdwijnen.  Dat zie je vaker bij openluchtvoorstellingen op Terschelling. Bij Liquid Loft is de ‘verdwijntruc’ niet zomaar maar een trucje. Het blijft spannend tot het eind.

 

Liquid Loft met Foreign Tongues

Gezien op oerol

Foto: Moon Saris/Oerol