Dampende blues, warme soul, stevige rock. Al tien jaar heeft Reeshof een concertpodium en internationale artiesten spelen er graag. Het is tijd voor een volgende stap. Nog meer mooie concerten, maar vooral een professionele organisatie en héel, héel graag een eigen zaal.
Het is juni 2023, een zomerse zaterdagavond. Bluesgitarist Henrik Freischlader speelt voor een geestdriftig publiek bij het muziekpodium Heyhoef-Backstage. Goede muzikant, goed optreden. Het concert krijgt een bijzondere twist als de jonge Nederlandse gitarist Meryn Bevelander die met zijn band het voorprogramma verzorgde, door de Duitse bluesmuzikant wordt uitgenodigd met hem mee te spelen. Zo’n concert, dat is once in a lifetime.
Als de kippen bij
Organisator John Maes (69) weet dat. Hij geniet, ziet het enthousiaste publiek en beseft dat hij in het nieuwe Tilburgse stadsdeel Reeshof een niet meer weg te denken reeks concerten op de zaterdagavond neerzet. Al bijna tien jaar lang, tien tot twaalf optredens per jaar. Met de concerten brengen Maes en zijn team cultuur dicht bij de mensen in Reeshof. Crossovers en verrassende combinaties, daar zet Maes op in. “Het lukt ons om opkomende acts in een vroeg stadium te boeken, We zijn er als de kippen bij.”
Hij haalde grote namen naar het podium dat behalve blues, ook soul en rock programmeert. Alle muziek die buiten de lijntjes kleurt. John Maes: “Geen mainstreammuziek, geen TOP-40, daar zijn andere podia voor, maar bijzondere muzikanten en bands, geïnspireerde muziek, die uitgaat van eigen kracht.”
Avontuurlijk, ambitieus
Eigenzinnigheid, originaliteit, vakmanschap, rauw, avontuurlijk en ambitieus, dat zijn criteria waar John Maes oplet bij het contracteren van bands. “Een eigen repertoire, een flinke set list en/of albums zijn voorwaarden.”
Gregory Page speelde er, Ian Siegel Band, Zak Perry, Malford Milligan en Ana Popovic. Wille and the Bandits, een Britse band die op Clastonbury optrad, gaf ook een concert in Reeshof.
Het is een greep uit honderden optredens die plaatsvonden en ook de komende concerten beloven grote namen, denk aan Toronzo Cannon en Laurence Jones.
Bekende toppers
“Tijdens de concerten brengen we innovatieve, nieuwe acts én bekende toppers op dezelfde avond. Het voorprogramma’s moet tot de verbeelding spreken, zodat het publiek na afloop zegt: eigenlijk stonden er twee gelijkwaardige acts op het podium. Dat zag je pas nog bij Zak Perry en Copperhead Country.”
Een gepassioneerde club
De concerten worden georganiseerd onder de paraplu van Backstage-Bridges. Voorzitter en programmeur John Maes weet dat er een stevig fundament ligt voor een muziekpodium in Reeshof, maar om goed voorbereid te zijn op de toekomst is het noodzakelijk om verdere stappen te zetten.
Speerpunten voor de komende jaren zijn stabiliteit, professionalisering en verjonging. “We hebben een gezonde en gepassioneerde club”, zegt John Maes. “We werken met gedreven vrijwilligers. Dat zijn er vierentwintig, maar we willen naar vijfendertig tot veertig mensen.”
Veel vrijwilligers
Van de provincie Noord-Brabant kreeg de organisatie eenmalig bijna 50.000 euro uit de pot voor impulsgelden. “Met dat geld betalen we onze zakelijk leider en een medewerker voor de marketing. We willen toegroeien naar een kernorganisatie met gedreven professionals die omringd worden door vrijwilligers.”
Zoveel mensen die zich met hart en ziel betrokken voelen bij de concerten, dat verstevigt het sociale draagvlak in het stadsdeel en draagt bij aan de sociale impact van kunst en cultuur.
Beloofd aan Jolanda
Bij verdere professionalisering denkt John Maes naast techniek, stagemanagement, zakelijke leiding en pr ook aan een professionele programmeur. Nu maakt hij het programma zelf, in zijn eentje, maar over vijf jaar stopt hij. Dat heeft hij zijn vrouw Jolanda beloofd.
Bovendien is het kwetsbaar voor een organisatie om zo’n belangrijke taak in de handen van één persoon te leggen. Er is haast geboden, er moeten stappen worden gezet. De organisatie wil met de programmering naar een nog hoger niveau en om publiek te bereiken investeert Backstage-Bridges veel in (online-)marketing.
Sterke positie
“In Tilburg zijn drie kernpodia”, weet John Maes. “013, laat ik even buiten beschouwing, dat is van een andere orde. Paradox richt zich op jazz, Hall of Fame op urban en Little Devil op rock en metal, op stevige muziek. Wij willen het vierde kernpodium van Tilburg zijn, met een sterke positie in het culturele leven van de stad. Niet in de binnenstad, maar daar kilometers vandaan, in het gebied tussen Tilburg en Breda.”
De overkoepelende organisatie Backstage-Bridges waar alle concerten onder vallen, hoopt met die positie in aanmerking te komen voor structurele subsidie van de gemeente Tilburg, van de provincie Noord-Brabant en het Fonds voor de Podiumkunsten.
De Duitse markt
Het fundament is er. Bezoekers van de concerten bij Heyhoef-Backstage komen uit Reeshof, uit Tilburg, Breda, omliggende dorpen, maar inmiddels ook uit de rest van het land, uit België en uit Duitsland. “We hebben zelfs afzonderlijke betaalmogelijkheden voor de Duitse markt moeten doorvoeren.”
Doe Maar, Nits
John Maes heeft veel ervaring in het organiseren van concerten en beschikt over een groot netwerk. Als tiener was hij muziekfanaat, kocht stapels elpees en was weg van toppers als Focus, Yes, Jan Akkerman, Bob Dylan en Led Zeppelin. “Muziek met een verhaal. Maar geen Top-40-muziek, niks van ABBA.” Het tekent zijn muzieksmaak, een smaak die bij de concerten in Reeshof doorklinkt.
Hij ontwikkelde zich in het jongerenwerk/opbouwwerk. Eerst als vrijwilliger bij jongerenhonk Suomi in Tilburg, daarna als stagiaire en beroepskracht bij Utopia in Udenhout. Daar steunde hij de vrijwilligers bij het organiseren van concerten en haalde onder meer Doe Maar en de Nits naar het dorp. Later werkte hij bij andere centra in de stad, onder meer bij De Ark in ’t Zand. Hij contracteerde Herman Brood, Sammy America Gasphetti en ook de Schotse new wave band Simple Minds stond op dat podium. Van Turkse en Marokkaanse jongeren leerde hij de Rai-muziek en reggae waarderen en kocht hij muziek van artiesten als Cheb Chaled en Cheb Mami.
Kijken naar wat nodig is
Aan het eind van zijn loopbaan als opbouwwerker besloot hij zijn schouders te zetten onder een reeks concerten in Reeshof, het stadsdeel waar hij woont, een wijk met zo’n 50.000 inwoners.
“Als beroepskracht in het opbouwwerk heb ik geleerd in een wijk of leefomgeving goed rond te kijken naar wat nodig is, waar behoefte aan is. Mensen zeggen soms: in Reeshof krijg je niets cultureels van de grond. Ook bookers van bands waren sceptisch. Ik wil het tegendeel aantonen en bewijs dat nu regelmatig. Van de concerten in Reeshof kreeg ik veel energie.”
Tieners van toen
“We werken met vrijwilligers en ik maak gebruik van de methodes uit het jongerenwerk om met buurtgenoten aan de slag te gaan. Eigenlijk werk ik met dezelfde doelgroep als toen ik in het jongerenwerk begon. De tieners met wie ik destijds werkte waren tien jaar jonger dan ik, dat zijn de vrijwilligers bij de concerten in Reeshof ook. Ik ga uit van de behoeften in de wijk, maar ook vanuit mijn eigen behoefte en smaak.”
Het eerste concert van Heyhoef-Backstage was van Pink Floyd Sound, een tributeband. “Het was een eyecatcher, een pakkend concert om meteen het goede publiek uit Reeshof binnen te halen. Het sloeg aan, er kwamen 350 mensen op af. Een jaar later speelde Heritage Blues Orchestra uit Amerika bij ons, met Franse blazers. Die band stond ook al eens op North Sea Jazz. De gitarist van die band ontmoette ik in New York. Hij bleek groot bewonderaar van de Nederlandse topgitarist Jan Akkerman te zijn. Ik heb ze met elkaar in contact gebracht en de band speelde op ons podium, met Jan Akkerman als special guest.”
Zaal uitbreiden naar 500
In de beginperiode bleek onmiddellijk dat Heyhoef-Backstage inzet op kwaliteit. Dat valt op en trekt gemiddeld driehonderd tot vierhonderd bezoekers. Bovendien kan de zaal zo worden ingericht dat er ook vijfhonderd bezoekers in kunnen.
Op de achtergrond
Gastvrijheid is een groot goed, zowel richting publiek als richting de artiest. De vrijwilligers heten gasten welkom, zijn altijd beschikbaar, maar proberen tijdens een concert toch op de achtergrond te blijven.
De opbouw van een concert kost veel tijd. Heyhoef-Backstage is thuis in het wijkcentrum Heyhoef, een gebouw met ook ruimten voor jongeren, ouderen en maatschappelijk werk. Die grote zaal wordt voor elk optreden omgebouwd tot een concertzaal. De eerste jaren begonnen de vrijwilligers tegen enen in de middag, nu een uurtje later, want er is inmiddels veel ervaring, maar er blijft nog steeds veel werk te verzetten.
Diep in de nacht
John Maes: “Het meubilair moet eruit, de gordijnen en de attributen worden gehangen, het podium geplaatst, licht en geluid aangesloten. We zijn inmiddels een goed geoliede machine. Maar we beginnen ’s middags en zijn s nachts pas thuis. We moeten ook alles afbreken.”
Cold Sweat
Marco Mols (55) woont in Reeshof. Hij ontdekte Heyhoef-Backstage als bezoeker, daarna als vrijwilliger en nu is hij zakelijk leider. Hij is net als John Maes vergroeid met muziek. Hij had muziek als examenvak op de Norbertus Mavo, was fan van Iron Maiden en ACDC, leerde zichzelf gitaar spelen en dompelde zich onder in coverbandjes, Zijn eerste band was Cold Sweat, maar zijn toekomst lag meer in de ICT dan in de muziek.
Bij Heyhoef-Backstage waren af en toe jamsessies, dat trok zijn aandacht. “Ik woonde weer in de stad, was met mijn gezin vanuit Deventer verhuisd naar Tilburg en wilde iets met muziek gaan doen. Ik had juist opnameapparatuur gekocht en vroeg aan John of ik audio-opnamen mocht maken van de concerten. Ik leerde daar veel van, ook het mixen van liveoptredens.”
Je helpt een handje
Van lieverlee ging hij meer doen en nu is hij een belangrijke kracht. “Ik zag de vrijwilligers na afloop van een concert alles weer opruimen, ja, dan help je natuurlijk een handje. Er kwam meer bij. Op een gegeven moment stopte de beheerder van de website. Die taak heb ik overgenomen en ik bouwde een nieuwe site. Mijn achtergrond als ICT’er kwam goed van pas.”
Coolvibes, intieme concerten
Marco Mols weet dat de reeks concerten in Reeshof is uitgebreid. Waar John Maes in 2014 begon met tien concerten per jaar op zaterdagavond, daar zijn het er nu twaalf, en er zit nog rek in. Bovendien organiseert Backstage-Bridges meer evenementen.
Net voordat de coronapandemie uitbrak, ontstond Coolvibes. Dat zijn intieme concerten op zondagmiddag met Americana, Country en singer/songwriters. Het publiek staat dan niet in de zaal, maar krijgt een stoel. Dieter van der Westen Band speelde tijdens Coolvibes, maar ook de Vlaamse Yentl Adams en de Brabantstalige muzikant en zanger Björn van der Doelen en de huursoldaten. Het is maar een greep.
Bands uit de omgeving
Met regelmaat krijgen bands en muzikanten uit de omgeving de kans om zelf op te treden in Reeshof. Dat is tijdens Heyhoef-Muziekfabriek. Elf keer per jaar, een geregisseerde open-mic-middag. De muzikanten die zich melden, spelen met de Heyhoef-BackUp Band, een band die hier speciaal voor in het leven is geroepen.
John Maes: “Het aanbod van de Muziekfabriek is gevarieerd: een jazzzangeres, ook singer-songwriters, een metal-bandje, schoolbandjes en zelfs een koor.” Deze middagen zijn gratis te bezoeken, dat maakt het evenement laagdrempelig. Muziek brengt mensen samen.
Talent krijgt de kans
Twee muzikanten van de Heyhoef-BackUp Band zijn nauw betrokken bij Backstage-Heroes, nog een activiteit van stichting Backstage-Bridges. Het is een traject om jonge muzikanten uit Reeshof en omgeving een stapje verder te brengen in hun ontwikkeling.
Een artiest gedijt bij een goed voorbeeld. Dat weet ook bluesgitarist Henrik Freischlader die al op veel Europese podia speelde. Hij leerde op zijn vierde drummen van zijn vader, stapte enkele jaren later over naar gitaar. Via muziek van de Noord-Ierse topgitarist Gary Moore raakte hij verslingerd aan blues en hij leerde via diens platen ook BB King en Albert Collins kennen. De talenten van Backstage Heroes krijgen ook de kans om veel te leren van ervaren muzikanten.
Goed voor zelfvertrouwen
Marco Mols: “We bieden aan wat jonge muzikanten niet leren op muziekscholen. Bij ons is het laagdrempelig en we kunnen talenten een prima plek aanbieden. Daarvoor werken we samen met organisaties in de stad, zoals het PopHuis. Voor jongeren is dit traject goed voor het zelfvertrouwen. Ze durven op te staan, maken samen muziek en ze mogen zichzelf zijn.”
De talenten werken aan podiumervaring, leren muziek en teksten schrijven, weten na het traject hoe ze voor een camera moeten staan en hoe ze hun eigen pr moeten voeren. Het begeleiden van jonge talenten uit de stad, ook uit kansarme gezinnen, sluit naadloos aan bij het speerpunt van de gemeente Tilburg om cultuur inclusief te maken.
Lied opgenomen
Tijdens de workshops zijn uiteenlopende hulpvragen. Mols: “Vragen als: ‘Ik heb een lied bedacht, kunnen jullie mij verder helpen?’ Die vraag kwam van Sam Groenenberg. Zijn lied is inmiddels opgenomen, geproduceerd en uitgegeven. Ons grote netwerk aan muzikanten en experts helpt ons daarbij.”
Een eigen zaal
Met een professionele organisatie, structurele steun van de overheid en fondsen, hopen John Maes en Marco Mols straks ook een grote rol te kunnen spelen bij de realisering van een cultureel centrum in Reeshof. Daar is behoefte aan en het bureau BMC doet momenteel onderzoek naar een cultuurhuis in het stadsdeel. Concertzaal en Schouwburg Tilburg loopt daar op vooruit door nu al in Reeshof theatervoorstellingen en cabaret te programmeren. Het cultureel centrum, mocht het doorgaan, komt waarschijnlijk in de buurt van het NS-station in Reeshof.
Een grote speler
Marco Mols: “Een groot verschil met andere muziekpodia in de stad is dat Heyhoef-Backstage een nomadisch bestaan leidt. Wij hebben geen eigen dak boven ons hoofd en zijn te gast bij het wijkcentrum. Ik kijk uit naar de dag dat we niet meer een concertzaal moeten bouwen en afbreken, maar dat we over een eigen, ingerichte zaal voor optredens kunnen beschikken. Dat scheelt onze vrijwilligers uren werk en die tijd kunnen we anders inzetten, besteden aan evenementen.”
Hij denkt dat de overkoepelende organisatie Backstage-Bridges een grote speler kan zijn bij de programmering en organisatie van het toekomstige cultuurcentrum. Reden te meer om de professionalisering van die stichting hoog op de agenda te plaatsen.
Veel waardering
Heyhoef-Backstage krijgt veel waardering, van bezoekers van artiesten. Voor John Maes is dat een grote motivatie om door te gaan. “We krijgen een grote mate van voldoening terug, al is het voor een gezonde toekomst noodzakelijk om een professionele slag te maken. Gregory Page speelde hier. Hij reist de wereld over. ‘Hier is waar muziek begint’, zei hij, ‘een podium als dit, in een kleine setting’. Hij voelde bij ons het enthousiasme en de drive.”
Ook Fons van Iersel, medeoprichter van poppodia Noorderligt, 013 en de Rockacademie, strooide met complimenten. John Maes: “Hij hielp ons zelfs met glazen ophalen. ‘Als ik hier ben dan voel ik me als in de beginperiode bij Noorderligt.’, zei Fons. ‘Hier kick ik op’.”
FOTO'S: Backstage Bridges/K. Staps
De vrijwilligers van Backstage Bridges.